Een van de grote voordelen van 2D-datamatrices is dat ze goed leesbaar zijn, mits ze correct zijn aangebracht. Ze bieden fabrikanten een manier om veel informatie over te brengen met een heel klein symbool, dat met een scanner of zelfs een smartphone kan worden gedecodeerd. Ze maken leveringsketens transparanter en efficiënter. Ook bieden ze fabrikanten een nieuw kanaal voor interactie met eindconsumenten, door bijvoorbeeld extra voedingsinformatie op voedselverpakkingen te geven, de beveiliging te verbeteren of deelname aan een wedstrijd te stimuleren.
Maar bij het werken met 2D-datamatrices komt heel wat meer kijken. Bij de keuze van de juiste technologie en een efficiënte codering moet rekening gehouden worden met uw bedrijfsbehoeften, uw verpakkingsmaterialen en de bestaande technologie op uw productielijnen. Als de verkeerde technologie wordt gebruikt om uw 2D-datamatrixcodes aan te brengen, kan dat extra kosten met zich meebrengen, problemen veroorzaken met het decoderen van data, of erger, in strijd zijn met de wet.
Hier volgt een aantal eenvoudige richtlijnen:
Hoewel ze klein zijn, hebben 2D-datamatrices een grote datacapaciteit. Daardoor kunnen fabrikanten uitgebreide traceerbaarheidsinformatie aanbrengen zonder het uiterlijk van de productverpakking negatief te beïnvloeden. In het algemeen geldt: hoe meer informatie u moet overbrengen, des te groter de datamatrix. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de maten voldoen aan de GS1-richtlijnen, met name de X-maat, om afgekeurde producten te vermijden wanneer de code beoordeeld wordt conform de ISO 15415-norm.
Het is u misschien opgevallen dat de meeste 2D-barcodes vierkant zijn. Dit is het meest gebruikte formaat en biedt de mogelijkheid om de grootste hoeveelheid data te coderen. Een rechthoek is echter ook mogelijk. Voor productielijnen op hoge snelheid kan dit de voorkeur hebben.
Of u nu wilt opvallen in de schappen van de supermarkt of moet voldoen aan voorschriften binnen uw sector, iedere fabrikant weet dat het ontwerp van een verpakking heel erg belangrijk is. Dat betekent dat de plek waar u uw 2D-matrix op uw product kunt plaatsen beperkt kan zijn. Toch is de plaatsing cruciaal. Als u de 2D-barcodes over vouwen, naden of rondingen van de verpakking print, kan dit problemen geven met scannen. Bovendien moeten 2D-barcodes een ‘rustige’ zone rondom zich hebben, zonder grafische elementen. Dat maakt het eenvoudig voor scanners om de code te herkennen en te interpreteren. Tot slot beveelt men aan om een normaal-leesbare interpretatie van uw datamatrix bij het symbool te printen. Houd de afstand tot het symbool klein genoeg om duidelijk te maken dat deze tekens bij de matrix horen.
De kleuren van een merk bepalen in belangrijke mate de visuele identiteit ervan. Maar het kan onverstandig zijn om de kleuren ook in uw datamatrix te gebruiken. Voor een effectieve codering van uw symbolen dient er veel contrast te zijn tussen de twee kleuren die in het symbool worden gebruikt. Daarom is het merendeel van de 2D-datamatrices zwart-wit. Dit is immers de meest contrastrijke kleurencombinatie. Het gebruik van andere kleuren – zoals donkergroen of donkerblauw – is mogelijk, maar houd er rekening mee dat rood bij sommige scanners die met rood licht werken als wit overkomt.
In donkere gebieden moeten effen donkere kleuren worden gebruikt (zwart, blauw of kleuren met een hoog zwartgehalte). Vermijd vlakke kleuren – die noch licht noch donker zijn – evenals zeer sterk reflecterende inkten, omdat ze scanners kunnen verblinden. Glanzende oppervlakken en transparante verpakkingen kunnen ook voor contrastproblemen zorgen.
Van scalpels tot verpakte worsten: dankzij moderne printtechnologie is het mogelijk om 2D-datamatrices aan te brengen op vrijwel alle producten of verpakkingen, direct op de productielijn. Wel zijn er verschillende printtechnologieën voor verschillende soorten ondergronden. Om de kwaliteit van 2D-barcodes te verbeteren en printfouten te beperken, is het van belang dat u rekening houdt met uw product, verpakking en bedrijfsbehoeften. Dan kunt u vervolgens de beste technologie kiezen.
De printtechnologieën die het meest geschikt zijn voor het printen van datamatrices zijn thermische inkjet, thermotransfer en lasergraveren.
Deze printers gebruiken thermische energie om inkt te verwarmen en op uw verpakking aan te brengen. Ze zijn zeer geschikt voor drukke productielijnen waar snelheid van het allergrootste belang is. Bovendien werken ze op verschillende ondergronden met extreem lage gebruikskosten.
Hierbij wordt warmte overgebracht op een lint (een tape gecoat met speciaal ontwikkelde inkt), die de afbeelding vervolgens op het etiket overbrengt. Welk lint er wordt gebruikt, hangt af van de ondergrond en de configuratie van de printkop. De printkwaliteit wordt beïnvloed door warmte-energie, printsnelheid en druk.
Het vermogen van de laser moet worden ingesteld naar het volume van de gewenste prints en de printsnelheid. Het vermogen moet ook worden aangepast aan de ondergrond en ligt meestal tussen 10 en 100 watt. Lasertechnologie werkt op de meeste ondergronden, ook metaal, maar de codeerkwaliteit is in het algemeen minder dan met thermische inkjet- en thermotransfersystemen.
Er zijn veel verschillende opties beschikbaar; sommige zijn geïntegreerd in de printerapparatuur, andere zijn extern en worden afzonderlijk geleverd. Kies software die in staat is om datamatrices te genereren die voldoen aan de ISO/IEC 16022-norm. Ook moet u bij de fabrikant nagaan of uw software FNC1 in de eerste positie kan programmeren.
De kracht van elke code hangt af van zijn vermogen om uitgelezen te worden. Daarom zijn printkwaliteit en contrast zo belangrijk. Daarnaast is het cruciaal dat uw handelspartners een gedeeld systeem gebruiken. Anders moeten uw producten tijdens hun traject door de leveringsketen mogelijk opnieuw worden geëtiketteerd. 2D-datamatrices ondersteunen diverse codeerstructuren, maar het is gebruikelijk om data te coderen met behulp van de subset van ISO/IEC 646 (equivalent van ASCII).